maandag 30 april 2012

Checkerboard


Reizend fotograaf Marco van Duivendijk bracht mij in contact met Ester, een consultant die vanuit de visie van urban planning en cultural heritage werkt in de steden Hong Kong en Hanoi. Vanuit haar bedrijf Urban Discovery organiseert zij walkingtours voor groepen met als doel een beter begrip te ontwikkelen over de stedelijke omgeving. Wanneer ik haar ontmoet spreken we over tal van zaken in het leven van Hong Kong. De competatieve maatschappij die deze stad kent ziet zij als een grote druk op de levens van mensen. Het feit dat veel urban planning louter profit gericht is en van weinig besef getuigd over het welzijn van de stad is voor haar een drijfveer om haar idealistische werk te doen.
Ester geeft mij tips over gebieden in de stad, die voor mijn project bruikbaar kunnen zijn. Terloops komt het checkerboard van Kai Tak Airport ter sprake. Na mijn laatste zoektocht was ik in de veronderstelling dat deze na de sluiting is weggehaald, maar Ester laat mij zien dat het schaakbord er nog is. 
Ik ben nog steeds gefascineerd door het verhaal van de befaamde checkerboard landing, waarbij piloten destijds de laatste bocht richting landingsbaan konden inzetten na visueel contact met het schaakbord.

Voorzien van een kaart neem ik die middag afscheid van Ester om het schaakbord te gaan zoeken. De heuvel die ik in de eerste dagen van mijn verblijf vond bleek de juiste te zijn, alleen de richting was precies de andere kant. Vliegtuigen vlogen aan vanuit de zee richting en namen bij het zien van het schaakbord de bocht rechtsomkeert.
Een uur voor zonsondergang arriveer ik bij de heuvel in de buurt van Lok Fu, voornemens een foto te maken van de 'cockpit view' richting de landingsbaan. Mijn plan is een foto te maken zo dicht mogelijk bij het checkerboard, misschien niet helemaal accuraat, maar wel tot de verbeelding sprekend. Vanuit dit perspectief hoop ik de inmiddels verrezen hoogbouw die destijds onmogelijk was, maar na de sluiting van de luchthaven spaarzaam op gang is gekomen, in beeld brengen.
Achter een hoog flatgebouw vind ik een tijdelijke steigertrap de heuvel op. Deze behoort tot een bouwplaats waar werkers de heuvelwand van een betonnen laag voorzien, een veel toegepaste cultiveringstechniek in Hong Kong. De bouwvakker aan de voet van de trap laat me schouderophalend door tot een van de hoogste trappen ooit beklommen. Later snap ik zijn meegaandheid, de trap leidt tot een hek van twee en halve meter, afgetopt met prikkeldraad, een dead end. Er is nu geen keus meer, een point of no return, de zonsondergang heeft al ingezet, ik moet over het hek zien te klimmen. Ik volg het hek door de bush en kom uiteindelijk een boom tegen die als opstapje kan dienen om over het prikkeldraad te komen. De betonnen paal is geknikt in de goede richting, maar het verloopt niet zonder moeite, met geschramde armen en benen bereik ik de andere kant van het hek. De spanning neemt toe, ik ben er bijna, ik zie de sportvelden beneden mij, die ik herken van Google Earth. Dan opeens boven mij een gehavend schaakbord, een rood wit reliëf van groot formaat. Het is nog geen foto, maar ik ben er bijna, nog even klim ik door en sta dan buiten adem bovenop het checkerboard, het uitzicht over de stad en het smalle randje waarop ik sta doen mij duizelen. Dit is wat de piloten ooit in een flits zagen. 
Er klinken helicopter geluiden boven mij, het is spannend, dit is verboden gebied. Ik heb last van hoogte vrees en de spanning van het moment. Ik kan niet al te lang de tijd nemen voor de fotosessie, de weg naar beneden is nog lang en ik heb nog licht nodig deze terug te vinden. Het moment van fotograferen is spannend, maar een miezerbui steekt op, de duisternis zet in. De wind kan mij parten spelen, ik kan alleen maar de risico's voor lief nemen.
De weg terug blijkt eenvoudiger dan verwacht, wanneer ik plotseling een lantarenpaal zie, er loopt een pad onder mij. De route die ik koos om hier te komen bleek de weg van de meeste weerstand en op de terugweg sta ik na een 5 minuten weer in de bewoonde wereld. Geen hekken, geen stijlen afdaling, enkel het paadje dat leidt tot een joggerpad. 

Guanzhou



Op de gang van de negende etage van het Star Hotel staat een meisje in uniform achter een desk. Ze staat er te staan, zij waakt over de etage. Op iedere etage van het hotel staat zo’n meisje. Het Star Hotel is gelegen in de buurt van het Guanzhou East Railway Station. Het is bijna een ironische naam voor een hotel waar het muf en naar disinfectant ruikt, waar de gangen maar net 2 meter hoog zijn en de meeste restaurants die het gebouw kent gesloten zijn. 
Op weg naar mijn kamer tref ik op de verdieping steeds hetzelfde meisje, ze rekt zich uit vanachter haar desk, alsof ze zich wil geruststellen dat ik mijn kamer binnen ga. Bij het verlaten van de kamer spoedt zij zich naar het lift portaal om de knop in te drukken voor ik dat kan doen. Dan staan we in de wachttijd oog en oog en wisselen ongemakkelijke blikken uit. Ik probeer soms aardig te zijn, how are you, of there you are again! Zinnen die niet tot haar vocabulaire behoren. Bye bye gelukkig wel en het doet haar duidelijk plezier om mij te zien vertrekken, ze wuift me op een kinderlijke manier na.

Ik ben in Mainland China en dat verschil met Hong Kong is aan alles merkbaar. Goed, Hong Kong behoort inmiddels tot het Chinese rijk, toch is Hong Kong in alle opzichten moderner, de mensen lijken meer ontwikkeld. In Hong Kong is meer individuele vrijheid, er is Facebook, Youtube en Twitter, in  China verboden. In Guanzhou wordt geschreeuwd - op straat, in de metro- de mensen dringen voor, duwen zichzelf ertussen. Opvallend zijn de vele uniformen, op de hoeken van straten, de liftwachtruimtes, bij parkeerplaatsen of in metrostations. Mensen met de meest vage functies zien er uit als officieren van de hoogste rang.
Guanzhou is de hoofdstad van het oude Kanton, gelegen aan de Pearl River delta. De Nederlandse architecten Mark Hemel and Barbara Kuit ontwierpen de spectaculaire Guanzhou Tower, met zijn 600 meter een van de hoogste gebouwen ter wereld. Het IFC aan de overkant van de Pearl River staat met zijn 437 meter ook op dat lijstje. In Hong Kong staan ook twee gebouwen van dezelfde machtige company, een op Kowloon, het IFC en recht er tegenover op Hong Kong Island het IFCC.
Voor het IFC in Guanzhou staat een monstrueuze gouden sculptuur van blinkend goudkleurig koper. De grauwe grijze hemel staat op het punt open te breken, de dreigende lucht lijkt te weerspiegelen in het goud. Ik probeer te schuilen in het IFC gebouw als het onweer losbarst. Mijn statief trekt de aandacht van het bewakingsvolk. Wanneer ik de roltrap omhoog neem in een poging een beter uitzicht te vinden klinken om mij heen commando’s om mij te volgen. Versterking wordt mij nagestuurd naar de voorts lege verdieping waar echt geen kwaad kan geschieden. Inmiddels zwelt de hoosbui aan en het is buiten groen-donker.
De nieuwe underpass onder de drukke weg voor het IFC blijkt te zijn dichtgemetseld, een tegenstelling die ik fotografisch kan gebruiken. Al heb ik de opname een uur eerder bij daglicht nog gemaakt trotseer ik het slechte weer nogmaals voor dit spannende licht. Het duurt maar vier minuten, ik ken de compositie inmiddels, toch is dit voldoende om doorweekt te raken. Bij het stoplicht schuil ik onder een boom, zinloos en weerloos. Een meisje komt naast mij staan en deelt haar paraplu met mij.

maandag 23 april 2012

Glourcester Road


Na bijna twee weken continu werken was er gisteren een kleine energie inzinking. Het werd voelbaar in Aberdeen, een havenplaats aan de zuidzijde van Hong Kong Island. Met bus 72 te bereiken door een lange tunnel. De stad oogde grauw en het aangename haventje met de pittoreske bootjes maakte me te ontspannen, waardoor de vermoeidheid een kans kreeg. Een groep Chinese touristen uit dezelfde bus bleef me achtervolgen en overal waar ik heen wilde gaan waren zij ook. Een drastische verandering van richting was noodzakelijk. Bij het beklimmen van het trappenhuis van een naast een kerkhof gelegen bejaardenhuis sloeg de vermoeidheid definitief toe. Het werd een drukkend warme dag, een dag om de avond eens een keer voorbij te laten gaan. Niet om het minst omdat een harde wind was opgestoken, die maakte fotograferen met lange belichtingstijden toch al vrijwel onmogelijk.

De volgende morgen kreeg ik een gouden tip. Vriend Keith wees me op een dak aan Glourcester Road, een smal business pand van 22 verdiepingen. De bewaker zou naar zijn zeggen ‘laidback’ zijn en eenmaal op de hoogste verdieping was het trappenhuis inderdaad makkelijk te vinden. Een lift als in de film bracht mij boven. ‘Liftbuttons are sanitised twice a day’, stond er met een vies vergeeld plakbandje op de muur, een overblijfsel uit de ‘sars tijd’ van begin 2000. Het besef hoe bacterieen zich verspreiden is op veel plaatsen zichtbaar. ‘Spitting spreads germs’ staat er soms op borden, terecht opgemerkt.
Bovenop het dak met nog geen 20 vierkante meter ruimte, staat een onwerkelijk grote billboard van een Sanyo reklame. De constructie gaat ver buiten het pand door, het dak geldt slechts als fundatie. Blauw moet de kleur in de avond zijn, ik herken het object van straatniveau.
Helaas is de muur om het ingekropte gebouw te hoog om een statief neer te zetten. De enige foto die ik wil maken is bijna loodrecht naar beneden. Het moet los uit de hand, niet mijn favoriete houding met de gapende diepte onder mijn vizier. Het is een beeld is echter onwaarschijnlijk mooi, te zien is waar vuilnis tijdelijk blijft in de beperkte ruimte van Hong Kong, vanaf straat niveau totaal onzichtbaar, maar vanuit dit standpunt een bijna hilarische observatie.
Het werk ‘Dump’, dat ik in Shanghai, maakte refereert er een beetje aan.

zaterdag 21 april 2012

Kowloon Bay


In Kowloon Bay bezoek ik een van de nieuwste wijken die ik tot nu toe heb kunnen vinden. Een conglomeraat van hoogbouw tegen de heuvel opgebouwd. Het is 45 minuten reizen vanuit Causeway Bay, met drie stopovers. Bij iedere wisseling van metrotrein staat de volgende alweer gereed, vloeiender kan niet. Vanuit de MTR is zelfs een overdekte loopbrug van minstens een kilometer lang de heuvel op aangelegd om de stromen van mensen naar de wijk toe te brengen, alles boven het straatniveau waar bussen en auto’s rondrazen. Aan het einde van de loopbrug vervolgd het voetpad, eerst door een shoppingmall, dan langs de lager gelegen gebouwen om te eindigen bij een ultramodern liftgebouw tegen de heuvelrug. Overal waar ik voorbij loop klinken geluiden en stemmen in het Kantonees, Mandarijns en Engels. ‘Please enter your pin to access te building’, zegt het gebouw.
Bij de liften stonden gisteren in de spits nog rijen met mensen en de frequentie van het op en neer gaan was zeer hoog. Vandaag is het rustiger, het is zaterdag. Veel mensen zijn buiten, maar de sfeer is anders, gemoedelijker. Mensen lezen de krant, doen Tai Chi, er wordt gesport op de vele basketbalvelden, die naast ieder gebouw te vinden zijn.
Op het hoogste niveau dat ik kan bereiken en drie liftgebouwen verder vind ik een standpunt naar beneden. Ik bevind mij in een biotoop waarin duizenden mensen leven. Ze hebben de stad eigenlijk niet nodig, alle nodige voorzieningen zijn hier te vinden. Een school op het laagste niveau, naast de eerste shoppingmall, sportvelden naast iedere flat, kleine supermarkten op strategische plekken en weer een shoppingmall op het hoogste niveau. Daarin bevind zich ook een tandarts, een dokter en een community center. Groene locale busjes staan onder iedere flat klaar om verbinding te maken met het volgende gebouw. Of met de een volgende compound zoals Choi Hung. Wanneer er een nieuw busje arriveert dan vertrekt de nog wachtende, met of zonder passagiers, niks geen tijdsschema.
Ik probeer de biotoop waarin ik me bevind in beeld te krijgen. Daarvoor klim ik over een hekje om de camera zo dicht mogelijk bij de heuvelrand te krijgen. De statiefpoten staan in het struikgewas. Ik ben de enige persoon aan deze kant van de weg, het voetpad loopt immers aan de andere kant.
Een bewaakster nadert schuifelend en ik vermoed het einde van mijn actie. De bewaakster heeft een soort scanapparaat in haar hand en buigt zich naar de hoek van de betonnen muur. Ze scant zichzelf in, deze hoek heeft ze gehad. Ze draait zich om en vervolgd haar weg, mij laat ze werken.
Even later kom ik haar aan de andere kant van het complex opnieuw tegen, in een tuin onder een ander flatgebouw. Ze loopt naar de achterkant van een tuinhuisje en weer: bliep! Ook deze hoek is onder observatie genomen, de computer regeert de bewegingen van de mens.

vrijdag 20 april 2012

Regenseizoen

Deze morgen word ik wakker in een uitzonderlijke stilte. In Nederland zou ik dit nooit stilte noemen, want er klinken altijd de geluiden van de straat, de vrachtwagens, de airconditioners. Maar de afgelopen dagen klonk steeds het geluid van neerdalende regen. Gisteren was die zo hard dat geen enkel orgineel straatgeluid nog hoorbaar was. Inmiddels is de temperatuur weer toegenomen naar broeierig warm, al is het zicht afgenomen. Kowloon aan de overkant is niet te zien, enkel witte mist. Voor dagopnames is het regenseizoen een slechte periode om te fotograferen, maar s’avonds biedt het mij grote voordelen. De mist die dan in de lucht hangt neemt de kleur aan van omringende lampen. De regen die gisteren onophoudelijk neerkletterde deed de straten glimmen en de lichten weerspiegelen, een magische ervaring.

Ik drink lokale coffee in een zijstraatje van Lockhart Road. Chinese meisjes zijn naast mijn tafel in de weer met een nietmachine. Er is duidelijk behoefte aan personal space in deze stad. Achter mij klinkt het onmiskenbare geluid van nagels die geknipt worden. Het zijn andere geluiden dan meestal in de subway te horen zijn.

Gisteren fotografeerde ik noodgedwongen in de stromende regen, tot een uur of 10 in de avond. Ik begon mij zelfs zorgen te maken over de conditie van mijn camera. Natte kleding is voor mij geen probleem, aangezien de temperatuur toch minstens 22 graden is. Maar mijn camera denkt daar na verloop van tijd anders over.

Vanaf een balkon op een hoog gelegen flat van Kowloon Bay had ik een goed uitzicht over een achterkant van Kowloon. De mist was in mijn voordeel, deze kon de overbekende skyline enigszins te maskeren. Helaas waren een aantal belangrijke opnames bewogen onscherp. Een combinatie van lange belichtingstijden en onmerkbare wind. Het overkomt me vaker bij gebruik van een lange lens. Vanavond ga ik terug naar deze plek om de opnames opnieuw te maken.

donderdag 19 april 2012

Kai Tak Airport







Op 6 july 1998 werd de voormalige luchthaven van Hong Kong genaamd Kai Tak Airport gesloten.
De landingsbaan 13/31 stond te boek als een van de meest beruchte en gevaarlijkste landingsbanen ter wereld. Een landing op deze baan was voor zowel piloten als passagiers een adembenemende ervaring, vaak zelfs met dramatische gevolgen. Om een landing op Kai Tak International Airport tot een goed ten einde te brengen moesten piloten eerst vanuit de zee-richting recht op het dicht bevolkte Kowloon afvliegen. Een gigantisch rood wit schaakbord op een heuvel markeerde het keerpunt waar de vliegtuigen op zeer lage afstand tot de bebouwing een bocht van 90 graden moesten maken om zo nog verder te dalen en uiteindelijk het vliegtuig te landen op de peninsula van de landingsbaan. Passagiers claimen tijdens de landing het flikkeren van de televisies in de woningen en de was buiten de ramen vanuit het vliegtuig te hebben waargenomen.

Aangezien Hong Kong vaak in nevel of mist gehuld is spreekt het voor zich hoe gevaarlijk de landingen op Kai Tak Airport konden zijn. In totaal vonden zeker 12 grote ongelukken plaats met in totaal ongeveer 203 doden en talrijke gewonden. Op 9 maart 1978 ging een vliegtuigkaper aan boord van een Boeing 737 van China Airlines, deze kaping duurde ruim 24 uur en resulteerde in de dood van de vliegtuigkaper.

Ik ga op zoek naar de heuvel waar het rood witte schaakbord moet zijn geweest. Niemand kan mij vertellen of dit object er nog is. Het moet gigantisch van formaat zijn en voor mij een interessant onderwerp voor een foto.

Mijn vriend Keith kent de heuvel en stelt voor het te onderzoeken. Helaas lijkt het schaakbord inmiddels
verwijderd, we kunnen het niet meer vinden. De heuvel is nu een park en ligt er vredig bij. De gedachte dat zoveel angstzweet heeft gevloeid met deze heuvel in het vizier intrigeert me.

Ik doe onderzoek naar de wijk achter de heuvel, eerst het park waar vroeger Kowloon Walled City heeft gelegen en meteen daarachter Kowloon City. Opvallend is de laagbouw van de wijk. Hier en daar een detonerend gebouw, recente hoogbouw, die ten tijde van Kai Tak Airport nooit mogelijk zou zijn geweest, simpelweg omdat piloten onmogelijk tussen hoge  gebouwen door hadden kunnen navigeren.

De hoogbouw die we aantreffen is wanstaltig, zoals de leegstaande lot ter grootte van slechts een apartement. Kennelijk voor de projectontwikkelaar reden genoeg om een stapeling te maken van minstens dertig verdiepingen. Hierbij totaal geen rekening houdend met de harmonie van het straatbeeld of de wijk.

We vinden de oude overpass die de snelweg heeft verbonden met het voormalige Airport gebied, een
cut off highway, die ik al vaker in andere landen heb gefotografeerd. Kai Tak is nu een braakliggend terrein met aan de overkant van het water de skyline van Hong Kong Island. Het terrein is inmiddels veranderd in een wir war van bouwvoorbereidingen, vrachtauto’s, bulldozers en hopen zand. Het voormalige Airport Hotel langs de snelweg heeft inmiddels een nieuwe naam gekregen, ‘The Regal Orient Hotel Kowloon’. Destijd het enige airport hotel, immers hotels genoeg, de luchthaven lag midden in de stad en Tsim Sha Tsui, de touristische wijk van Kowloon, was slechts een taxirit van hoogstens 10 minuten verwijderd.

Een straat verder komen we nog een laatste overblijfsel tegen uit de vervlogen tijd, de Airport Pub, met nog steeds Guiness bier op de tap.


dinsdag 17 april 2012

System Revisited



Ik bezoek plekken waar ik vorig jaar eerder heb gefotografeerd. Waren mijn overwegingen de juiste, wat is er tussentijds veranderd? Kan ik de weg nog terugvinden naar beelden die in een jaar tijd in mijn hoofd een eigen leven hebben gekregen?
De tunnel in de buurt van de Central Ferry Terminal was vorig jaar nog een gigantische open bouwput, het beton dat werd gegoten leverde een perfecte symmetrisch tableau. De schaal was onmenselijk groot en nu, een jaar later, ligt de put dicht, geel zand erop en gereed voor een toekomstig park.
Ik vind het steegje terug van de foto ‘System’ in Wan Chai. Vorig jaar in zacht zonlicht gefotografeerd vormde dit contrast de juiste beeldspanning. De chaos van pijpleidingen waarbij de vraag ontstaat hoe dit in functie kan blijven. Vandaag ligt de locatie er heel anders bij in het grauwe licht van deze regenachtige dag. Er staat een bamboo steiger tegen de muur. Kennelijk is een deel van de afvoerconstructies aan reparatie toe. Mooier had het verschil met de eerdere foto niet kunnen zijn.

maandag 16 april 2012

Heavy showers


Tijdens de eerste opnames in Central valt op hoe vochtig de lucht is. De camera delen van glas beslaan, waardoor in de zoeker slechts mist te zien is. Het duurt een half uur voordat de camera hieraan is gewend.
In de metro klinkt de voorbode, de omroepstem waarschuwt in Kantonees en Engels voor een gevaarlijke slippery floor due to heavy showers. Buiten gekomen druppelt het een beetje, al is het maar voor kort. Binnen een paar minuten ben ik drijfnat. De regenhoes om mijn camerarugzak komt nu goed van pas. Fotograferen is opeens niet meer zo aantrekkelijk.
De stad is om 4 uur pm al donker en de neonlichten schieten aan. Gezichten onder paraplu’s kijken naar beneden. Het straatplaveilsel van Hong Kong is gevaarlijk glad. Gedurende de nacht die volgt breekt de hemel los en klinkt aanhoudend gedonder in de lucht. De volgende morgen is het uitzicht gebleekt, de horizon verdwenen. Mijn dag zal een zoektocht worden naar de vele overdekte paden die Hong Kong rijk is.

zondag 15 april 2012

Vliegen


Vliegen met Cathay Pacific is aangenaam voor zover vliegen dat kan zijn. Het blijft immers een ervaring van langdurig bij elkaar opgesloten zijn in een kleine slecht geventileerde ruimte. Niet dat Chinesen zo groot zijn, maar toch hebben de stoelen bij Cathay een redelijke afstand tot elkaar.
Naast mij zitten twee oudere vrouwtjes, het zouden zussen kunnen zijn. Tijdens de reis vangt de vrouw naast mij een glimp op van mijn beeldscherm, precies op het moment dat een vrijscene zich voordoet. Ze verteld het aan haar zus en opeens zie ik twee gezichten naar mij gericht en lachend wijzend, alsof het om een pornofilm gaat. Mijn buurvrouw wil nu ook televisie kijken. Het onboard entertainment system begrijpt zij alleen niet en ik probeer haar uit te leggen hoe de navigatie tussen de keuze mogelijkheden in zijn werk gaat. Maar steeds komt de vrouw bij mij terug wanhopig met de afstandsbediening schuddend. Het komt er op neer dat ik steeds bepaal waar zij naar kijkt, de vrouw kan niet duidelijk maken wat ze wil zien. Ik zet daarom steeds aziatische soapseries voor haar op, of iets wat daarop lijkt, ik weet het ook niet. Haar gezicht is op tien centimeter van het beeldscherm. Ze lijkt langs de personages op tv te willen kijken, het beeldscherm met beide handen vasthoudend, alsof ze in het beeld wil stappen. Haar buurvrouw heeft de televisie al opgegeven en houdt zich slapend. Televisie is duidelijk geen dagelijks fenomeen in hun leven.
Ook de toilet is voor de vrouw een aparte ervaring, zij doet consequent de deur niet op slot. Schermutselingen met de klapdeur tot gevolg met mede passagiers die het bordje op ‘vacant’ zien staan. Ik zie door de vrijkomende kier hoe mijn buurvrouw zich met de broek op haar kniëen schrap zet om de deur aan haar kant dicht te houden.

vrijdag 6 april 2012

In memoriam Frits Smits


Afgelopen woensdag bracht ik de middag door met Frits. Het werd onze laatste middag samen. In De Pont in Tilburg stonden we voor het schilderij ‘Het laatste avondmaal’ van Marlėne Dumas. Wat een goede kunstenaars is dat toch, vond Frits. Zijn laatste avondmaal kwam erdoor ter sprake, Frits verkoos de stilte. Een geruisloos vertrek als interlude naar zijn laatste reis. Geen groots afscheid, maar een intieme sfeer.
In het bos onder Tilburg dronken we nog een monnickenbier. Het tweede glas bleef onaangeroerd achter. Hij wilde niet meer dronken worden. Zijn gedachten vroegen alles in het moment. Samen eten zat er niet meer in, geen honger, een protesterende maag. Spaarzaam waren de bespiegelingen, hoe het zou zijn in een verzorgingshuis. Dan draaide hij zijn gezicht naar mij en zei met geëmotioneerde stem: “maar zo kan ik toch niet leven, ik ben Frits niet meer”. De tranen spoten uit zijn gezicht.
Terug in Rotterdam verbaasde ik mij over zijn routine, hek door, hek dicht, op slot, deur door, deur dicht, op slot. Steeds de goede sleutel. Niet bepaald de routine van een teruglopende geest.
Met een diepe omhelzing en van huilen schuddende buiken tegen elkaar namen wij afscheid. Een goede reis wenste hij mij en ik bedankte hem voor zijn vriendschap, die jaren heeft mogen duren. De volgende dag belde hij onverwachts weer op. Een helder en toch verwarrend gesprek. Kennelijk was het nodig om elkaar nog een keer te spreken, te bedanken, elkaar een goede reis te wensen. Frits naar de eeuwigheid en ik naar Hong Kong.
Vanmorgen vertrok hij definitief, rond half 10 in de morgen op een zonnige dag. Naar verluidt in rust en vrede, onder het genot van zijn laatste grapjes.
Terwijl ik fiets in datzelfde moment klinken kerkklokken, het is goede vrijdag. Rond half tien heffen we met vrienden het glas. Op Frits Smits, onze vriend, de levensgenieter, de kunstconsument, de filmkenner, de geliefde van Emmy, de vader en de opa. Zijn passie voor het leven was ongekend. Zijn liefde voor de kunst ongeëvenaard. Frits was altijd aanwezig, bereisde stad en land voor de kleinste tentoonstelling. Iedere maandag zagen wij elkaar tijdens de film. Die avond doopte hij om tot de Genever Conventie.
Zijn sterfdag was eigenlijk te mooi. Daags ervoor grapte hij in bittere humor dat de druilerige grijze dag de perfecte sterfdag zou zijn geweest. Het mocht niet zo zijn, in zijn bedekte optimisme laat hij ons achter.