donderdag 29 januari 2009

File


Boven de snelweg naar Amsterdam hangt een dikke mist. Het maakt de bestuurders van auto’s zenuwachtig. Het omringende rijgedrag is op zijn zachts gezegd wispelturig te noemen. Het is ook nog glad en daar nadert alweer de volgende file. Hortend en stotend gaat het voort. Na 10 minuten wordt de reden waarom zichtbaar: een kettingbotsing aan de andere kant van de snelweg. Dat willen wij natuurlijk in detail zien, dus stoppen we met zijn allen naast de plek des onheils en begluren het trieste tafereel.
Enige tijd later wordt de snelweg verlaten voor koffie. Bij terugkomst op de A4 ligt de weg er verlaten bij. Er kan weer even snelheid worden gemaakt, heerlijk is dat. Totdat ik mij realiseer dat achter mij iets gebeurd moet zijn. Was ik daarnet nog omringt door een file, nu rijden er slechts 5 auto’s om mij heen. Er moet een ongeluk zijn gebeurd, een verschrikkelijke ravage zijn ontstaan. Ik ben hieraan ontsnapt en vijf minuten later had ik hier misschien midden in gezeten. Ondertussen breekt de zon door in de flauwe mist. Een broeierig gouden lichtstraal kleurt het landschap diep oranje.
Op de terugweg opnieuw in de file. Langzij scheren brandweer, ziekenauto’s en politie in een hoog tempo over de vluchtstrook. In de lucht nadert een trauma-helicopter en markeert de plek des onheils.
Vandaag is een ongelukkige dag voor veel mensen.

woensdag 28 januari 2009

Slot


De deur van mijn atelier wil niet open, een van de sloten is geblokkeerd. De sleutel past niet meer, zeg maar. Of een veer in het slot is gesprongen. Het slot is op zich niet eens zo oud, hoogstens drie jaar. Terwijl het alarm aan de binnenkant van de deur loeit en de beveiligingsdienst me horendol belt, beraad ik mij.
Hoe is dat eigenlijk geregeld? Om mensen buiten te houden van private percelen zijn sloten toch in eerste instantie uitgevonden? Zij geven de suggestie van veiligheid. Bovendien garandeert een slot dat degene die wèl een sleutel heeft, altijd kan rekenen op toegang. Vandaag is door een malfunctie deze toegang voor mij onmogelijk. Het slot heeft mij afgewezen, iedereen die mij helpt binnen te komen evenzeer. Ik begrijp dat de fabrikant van het slot niet kan garanderen dat indringers buiten blijven. Er zijn teveel inventieve lieden slimmer dan een slot. Maar omgedraaid, een slot hoort toch garant te staan voor toegang?
Ondertussen wordt geprobeert met schroevedraaiers, hamers, olie en tenslotte een koevoet de toegang tot mijn atelier te heroveren.

zaterdag 17 januari 2009

Griep


Een griep is als een schim die voorbij komt en weer gaat. Het duurde een week en hield mij zowaar drie dagen in bed. Daar droomde ik bezwerende dromen. Over karrenwielen die met de hand moesten worden rondgedraaid tegen de berg op. Een lichte metafoor voor de zwaarte van mijn gemoed, want ziekzijn is niet aan mij besteed, ik word er ziek van. Na het bed volgt meestal rugpijn van het op bed liggen.
Ooit lag ik ik met longontsteking in de woestijnstad Douz. Het was een zware tijd en de dromen waren ook toen afspiegelingen van het lijden. Het was de week dat Freddy Mercury stierf, toen ik droomde tinnen lepeltjes uit te kotsen. Om mijn bed stonden dorpelingen het wereldwonder te aanschouwen.
Mijn laatste droom is uit een recenter verleden en mijn jas ruikt er nog naar. Het was oud en nieuw in de stad Abufeira. Op een podium aan het strand speelde UB40 en bij de wisseling van het jaar spoot de menigte honderden flessen champagne de lucht in. Alles daalde neer op de menigte, terwijl een groot vuurwerk begon. Daarna doken de plaatselijke helden de nachtelijke zee in. Deze droom is waar, ook herinneringen kunnen dromen zijn.

zondag 11 januari 2009

Schaatsen


Twaalf jaar geleden moet het zijn geweest dat ik voor het laatst op de bevroren Kralingse Plas stond. Het was avond, het ijs oogde gitzwart en er een schuurde een keiharde koude wind langs mijn gezicht. Mijn schaatsen waren gloednieuw en op advies van de schaatsenverkoper schaatste ik zonder sokken.
Nu schaats ik opnieuw op de plas, mijn voeten lijken gegroeid, het ijs is bobbelig, maar in het midden perfect glad. Het Hollandse tafereel op deze zachte heldere en zonnige dag doet denken aan oude schilderijen van welleer. Met mij schaatst half Nederland en de pret is groot. Het verbaast mij altijd hoe snel iedereen het schaatsen weer oppikt alsof het gisteren was dat de laatste keer over het ijs werd bewogen.
Op een eilandje in een boom zit een aalsgolver. Zijn snavel half open en de vleugels gespreid. Nadere inspectie leert dat de vogel zit vast gevroren op de tak, de kou is hem te veel geworden. Een stukje natuurhorror in een setting van familieplezier.

woensdag 7 januari 2009

Camper

Er staan in de winter veel campers aan de zeekant van Portugal. Het weer is er mild genoeg voor. Op een klein stukje niemandsland, aan de monding van een kleine haven, kondigt een billboard de toekomstige veranderingen aan. Ook hier zal een toeristische nederzetting verrijzen, een ontwikkeling zoals in zoveel pittoresque delen van de wereld.
Ooit bouwde ik een billboard voor een kunstwerk aan de waterkant. Het beeld erop leek een nieuw real estate project te promoten, maar de oplettende kijker zag het reeds bestaande bouwwerk aan de overkant van het water liggen.
Als ik over het braakliggend terrein wandel nadert een speelse hond. Hij wil met mij spelen en komt aangelopen met een stok. Zijn baasje woont een stukje verder in een in het oog springende camper, een hard houten huis op een vrachtwagen. Het negen ton wegende gevaarte doet al 25 jaar dienst als permanente woning. Een gesprek ontstaat met de bewoner, die verteld als schaapsscheerder door het leven te gaan. Zijn vrije bestaan brengt hem op vele plekken in Europa. Voor zijn inkomen is hij grotendeels afhankelijk van boerenbedrijven, die hij ieder seizoen aandoet. Inmiddels heeft hij zo’n 100.000 schapen geschoren, maar hoeveel er nog bijkomen is onzeker. Zijn lichaam kan het door slijtage minder goed aan en zijn hond wordt oud. Met weemoed in de ogen kijkt hij mij nog aan als ik mijn weg vervolg.

dinsdag 6 januari 2009

Lopende band


Op het vliegveld wachten de mensen op bagage. Passagiers staan op hetzelfde kluitje te staren naar het donkere gat. Bagage karretjes blokkeren de doorgang, de logica voorbij. Blikken zijn gericht op de band. Deze draait al een tijdje zonder bagage. Om de paar minuten komt de rugleuning van een stoel voorbij. Iemand heeft dit meubel verscheept, maar de rugleuning is niet opgehaald. Wie doet zoiets, een stoel verschepen? Wat is er zo bijzonder aan dit object, een herinnering, een collectors item?
Terug naar de bagageband. Er rinkelt een bel en de blikken verscherpen als de eerste bagage-stukken met een harde klap naar beneden vallen, met of zonder fragile sticker. Het voordeel van laat inchecken is de vroeg opdoemende bagage. Maar eerst komen de afwijkende vormen, een surfplank, een golftas en een schatkist. Dan verschijnt de rugleuning van de stoel weer, niemand neemt het mee, maar sommigen kijken ernaar, ieder een eigen verhaal verzuchtend.

zondag 4 januari 2009

Winterseizoen


In Amarcaõ de Pera ligt de boulevard er verlaten bij, delen van het straatdek zijn opgebroken. De rolluiken van de vele appartementen die het stadje telt zijn nagenoeg gesloten. Het winterseizoen wordt voor groot onderhoud benut, de toeristen zijn grotendeels verdwenen.
De voetbaltafels staan ongebruikt op het lege terras. Dit is een mooie tijd van het jaar, misschien wel het mooiste om in een toeristenoord te verblijven. De leegte, de melancholie, het stemmige en verandelijke weer, nooit een strakblauwe lucht maar wel iedere avond een spectaculaire zonsondergang.
Terwijl de zee haar onstuimige golven het verlaten strand op stuwt neem ik mij voor meer te schrijven voor deze site. Voor wie en waarom doet er niet meer toe. Er is rust in mij en daarmee opent zich een poort naar onbegrensde mogelijkheden.

zaterdag 3 januari 2009

Sevilla



Een donkere wolkenpartij hangt boven de stad Sevilla. De straten zijn goudgekleurd door de manderijnen- en sinaasappelbomen. Een enorme pracht en weldaad straalt de stad uit. Het gonst er van geschiedenis met de vele monumenten uit het Moorse tijdperk als prijkend bewijs. Het terrein waar ooit de world expo werd gehouden ligt er verlaten bij en delen zijn inmiddels prijs gegeven aan de sloophamer.
Als donkere wolken dichterbij komen reikt een dame uit naar de boom, haar elegante schoen gebogen in het zachte gras. Haar vriend is gezeten op een keramisch gedecoreerd bankje van dit oud Moorse parkje. Ik pluk een manderijn voor haar, zij kan er niet bij. Een moment later aanschouw ik de zuur weg trekkende gezichten als zij van de manderijn proeven. Bittersweet and sour zoals de liefde soms kan zijn.