woensdag 30 juli 2008

Robot


Morgen ga ik op reis. Mijn auto van 'Rent a Wreck' is ingeruild voor een meer betrouwbare auto van Avis. Een stuk duurder, maar dan krijg je ook wat, een city golf met een dikke waslaag.
Even wennen, want nu zit de richting aanwijzer opeens weer wel aan de linker kant.
Het doel van de reis is cross country, eerst richting Cape Town en daarna ligt alles nog open.
In Zuid Afrika noemen ze een stoplicht een robot. Als enige land in de wereld kent men hier het woord traffic light vaak niet, maar de robot staat voor alles. Ik ben benieuwd hoeveel robot's ik op deze reis zal tegenkomen.
Het is mij nu onbekend hoe vaak ik de komende dagen op deze site zal schrijven, want ik begeef mij in het onwetende. Misschien leest u niets, misschien pikt ondergetekende her en der nog een signaal op naar de rest van de wereld.

dinsdag 29 juli 2008

Security


De politie in Johannesburg heeft het moeilijk. In het vorige regime werden zij zwaar onderbetaald en gedemoraliseerd door de complexe politieke situatie.
Een gevolg hiervan is dat de security companies floreren. Naar schatting lopen er hier zo’n 150.000 observanten, bodyguards, bouncers en gewapendende bewakers rond waarvan een groot deel ex politieman. In sommige buurten worden securityguards zelfs ingehuurd om het politiebureau te bewaken.
In rijke buurten als Morningside of Rivonia staan de security companies op straat te flyeren met militant aandoende folders. Hun markt aandeel is hier groot, want iedereen woont achter slot en grendel, met een security guard of twee bij de gate van het woonblok en nog een paar rondcirkelend door de buurt. Een company heeft de naam NYPD!
Maar ook individueen wonen achter zwaar beveiligde muren, bewapend met barb wire of zelfs stroomdraad. Overal hangen security camera’s en op straat zijn de enige auto’s die je ziet stil De meeste mensen rijden normaliter met de auto een garage binnen, dus wanneer ik ergens parkeer om een foto te maken komt al snel een security-auto langszij om polshoogte nemen. Ben ik alleen dan is er meestal niets aan de hand, maar wanneer mijn assistent en ik samen in de auto zitten te wachten op goed licht dan volgt er toch altijd een gesprekje. Door mijn gekleurde gezelschap ben ik dan opeens white trash.
Gisteravond bevond ik mij even buiten de stad in een industriele wijk. Het abstracte maanlandschap van de minedump die ze daar aan het afgraven waren leek een interessante locatie en de auto werd neergezet voor een verfwinkel. Een hele straat met geen mens of auto te zien. Zelfs hier liep een securityguard, in de kou. Hij had geen plekje om warm te worden en staat daar dagelijks de hele nacht op straat, alleen, ronduit een vreselijke baan in de koude nachten van Joburg.

maandag 28 juli 2008

The World of Samoosa


De wijk Fordsburg waar The Bag Factory zich bevind is de laatste jaren een gebied waar veel Indiers en Pakistanen werken en handel drijven. De grote Moskee aan tegenover is daar mede het gevolg van.
The world of samoosa is inmiddels mijn favourite restaurant. Het is verborgen in de achterste regionen van The Oriental Plaza, een shopping mall en een trip into Asia. Alles uit het Verre Oosten is hier verkrijgbaar, kleding, cheap toys, gsm’s, kruiden, stoffen.....
The world of samoosa is een soort snackloket gerund door mannen met strenge lange baarden. Een klein gangetje leidt tot een achtervertrek waar o.a. currys kunnen worden gegeten. Het fijne aan de plek is de privacy, het fantastische eten en de gastvrijheid. Als ik er lunch komt halverwege de maaltijd de eigenaar, meestal druk doende, even een praatje maken. Het bordje ‘please wait to be seated’ mag ik sinds kort negeren, er gelden stricte regels in dit restaurant, maar vaste klanten hebben zo hun privileges.
Om de tijd te doden vouwen bedienden de samoosa doosjes voor het uitgifte loket. Halverwege mijn maaltijd komt de bediende meestal vragen of alles naar wens is, de hoeveelheid voedsel op mijn bord is haar klok. Na de maaltijd volgt een handen schuddend afscheid met minstens vijf mensen.

zondag 27 juli 2008

Fake Trees


Een van de projecten waar ik aan werk is het Fake Tree Project. Johannesburg is een stad met vele bomen, het wordt ook wel ‘the largest man made forest in the world’ genoemd. Het heuvelachtige landschap maakt de bomen vanaf verschillende hoogten zichtbaar en toont de variaties. In het begin van mijn verblijf ontdekte ik een als boom vermomde gsm-mast. Na een maand is opvallend hoeveel van deze masten door de stad staan. Ik fotografeer ze in verschillende hoedanigheden, in verschillende wijken. Meestal staan ze in de rijkere buurten, in de armere buurten zijn de masten gewoon mast. Wanneer je eenmaal iets hebt waargenomen blijf je dit ook steeds tegenkomen. Vandaag vond ik mij omringt door kinderen. Ze waren slecht gekleed en doemden op vanuit het niets. Ik maakte een opname van zo’n fake tree in de universiteits buurt.
Een van de kinderen had een pak sap bij zich, leeg en platgedrukt. Hij probeerde mijn camera aan te raken, maar kon er vanwege het hek net niet bij. Echt vriendelijk keek hij niet uit zijn ogen. Hij reageerde evenmin op mijn pogingen om contact te maken.
Wel sloeg hij een soort oerkreet uit waardoor ik hem voor een dove waande. Na een tijdje keek ik beter naar hem en zijn vriendjes. Ze waren echt jong, een jaar of acht.
Eentje had een zakje bij zich dat hij voor zijn gezicht hield, ze snoven lijm. De lege pakken werden ook als zakjes gebruikt. Tijdens de opname werden het steed smeer kinderen en nog later zag ik waardoor. Verderop tussen de struiken zat een man in de heg, een zwerver. Hij bleek zich over hen te ontfermen, of andersom. De kinderen bleven in zijn buurt en zwermden rond hem uit over de straat. Die lege pakken sap, platgedrukt, zie ik nu overal, de hele dag door.

zaterdag 26 juli 2008

Soweto


Het wordt tijd om naar Soweto te gaan, de meeste bekende township van Zuid Afrika. In Soweto werden de grootste gevechten gevoerd tijdens de opstand tegen apartheid.
Maar ook de bevolking onderling bestreedt elkaar jarenlang in dit gebied.
Vandaag ligt Soweto er vredig bij. Ik ben gevraagd om als camera-man een video te maken van een auto stunt. Als locatie wordt een strip gekozen tussen de wijken Diepkloof en Hollandia. Op deze strip vonden vroeger riots plaats, de blanke politie reed er met hun pantservoertuigen op de menigte in, er werd geschoten en gespoten met waterkanons. Nu is deze plek het toneel van een in cirkels draaiende bmw. Er ontwikkeld zich veel stof en dat wordt door de bevolking opgemerkt. Al snel is er publiek en beklagen buurvrouwen de overlast. Dinkies Sithole is de kunstenaar, hij gaat de video gebruiken als een achtergrond in een performance. Hij heeft weinig oog voor de omgeving, is vooral gefocussed op het resultaat. Met een indringend fluitje probeert hij het bewegende tafereel te bezweren of op te zwepen terwijl ik film.
Later op de dag hervat ik mijn fotografie opnamen in het welvarende Sandton, een groter contrast is haast niet denkbaar. Ik voel me een buitenstaander die zweeft tussen de verschillende werelden.

vrijdag 25 juli 2008

Stalker


Stemmen klinken om mij heen, het is donker. Enkel kleine lichtjes dansen door de ruimte. Mijn hand glijdt over een gepolijst houten oppervlak, ik betast een sculptuur. Het voelt ongeveer een meter lang en ligt voor mij op een tafel. Vermoedelijk een liggende gestalte, de vorm ontvouwt zich in mijn fantasie. De gladde huid houdt op en wordt een textuur, mijn hand raakt een andere hand. Zo ontmoet ik een vrouw die Afrikaans spreekt. Marilyn, you know, from ‘The Marilyn’. Ze is afgekomen op mijn Nederlands, maar later geeft ze toe dat het mijn Michenlangelo-achtige verschijning is wat haar hart doet kloppen. Later op de avond ontpopt zij zich als een ware stalker.
Waar ik ook ga, zij staat naast mij, ze volgt mij, ze heeft haar tanden in mij gezet. Links en rechts voer ik gesprekken, ik probeer haar te ontlopen, dan ben ik haar even kwijt, maar steeds vind zij mij weer en intrumpeert de gesprekken met semi wijsheden. Mensen die ik spreek wanen haar als iemand met wie ik ben. Zij laat mij niet meer los. Ik moet hier heel duidelijk zijn.

De stroom is uitgevallen in galerie Momo. Alle tentoongestelde sculpturen worden ervaren in een nocturne omgeving. Slechts de oplichtende mobiele telefoons belichten de beelden. En er is een 4 wheel drive die door de ramen de galerie binnenschijnt.

Met een vriend beraam ik een ontsnapping uit haar ijzeren greep. Met zijn kale kop en gestalte kan hij voor mij doorgaan. We bespreken het plan om een wisseltruuk uit te halen. In het toilet wisselen we van jas en mijn ‘dubbelganger’gaat als mij naar buiten, richting de tuin. Na een paar minuten verlaat ik de wc en galerie, het is gelukt. Marilyn is achter hem aangegaan. Ik benut de twee minuten respijt om bij mijn auto te komen en vertrek richting Melville.

donderdag 24 juli 2008

Minedump


Op kleine afstand van het stadscentrum liggen markante gele bergen. Zij zijn begroeid met bomen en hebben een dooraderd oppervlak. Het zijn door de mens aangelegde zandhopen van gigantische afmetingen. Daar waar Cape Town haar Tafelberg heeft kent Joburg haar mine dumps, overblijfselen van het graven naar goud en kolen.
Vaak zijn deze kunstmatige bergen ontoegankelijk, afgeschermd door hekken of gelegen op fabrieksterreinen. De minedumps fascineren mij enorm, er zijn er veel, in Soweto wordt de horizon er door bepaald, maar ook dichtbij het centrum liggeb er een paar.
Bovenop een van deze bergen is tactiek van de verschroeide aarde toegepast, de begroeing is verbrand en zwart en een aantal kleine hutjes zijn mede in de vlammen opgegaan.
Bij het carcas van een hutje is nog een half zeiltje te zien en een stuk karton.
Ruim twee uur breng ik door op deze plek terwijl het donker wordt, een fantastisch uitzicht over een wijk en daarachter liggend het stadssilhouet.
Het blauwe uur is begonnen en er strijkt oranje kunstlicht over het bergoppervlak. Ik kies voor een opname bergafwaarts. Een lange belichtingstijd, want veel licht is
het niet, slechts een beetje strijklicht van een lantarenpaal op 20 meter afstand.
Midden in de opname nadert een donkere gestalte, de berg omhoog klimmend. Het is een man met een rugzak. Hij woont in de shag, beter gezegd de overblijfselen. Huur kan hij niet betalen en dus onderneemt hij iedere dag de klim omhoog. Veel zin om te praten heeft hij niet, deze uitleg is hem genoeg.
Onze paden kruisen op deze markante plek. Wij zijn vermoedelijk de enige mensen in dit bijzondere landschap en delen een kort moment het uitzicht over de stad.

woensdag 23 juli 2008

Alex


De motorway de M1 doorsnijdt de suburbs van Joburg. Op een half uur rijden van Downtown ligt het stadsdeel Sandton. Hier zijn grote bedrijven naartoe getrokken in de afgelopen jaren. Door de onveiligheid stroomde het Downtown Joburg leeg en ontstond kilometers verderop een nieuwe stad, zeer herkenbaar aan de postmoderne contouren op de heuvel. Bergafwaarts het land van de gated communites en shopping malls. Sandton houdt ervan zichzelf los te zien van Johannesburg, ook al is het een suburb van deze metropool.
Nog geen kilometer verder, aan de andere kant van de M1 ligt het enorme township Alexandra. Op een vergelijkbaar oppervlak als Sandton wonen hier honderd keer zoveel mensen in totaal tegengestelde leefomstandigheden. Per abuis kom ik er terecht, ik was eigenlijk van plan deze trip goed te organiseren, maar opeens rijd ik er doorheen. Ik bevind me midden in het hart en zie ik opnieuw het Afrika dat mij vertrouwd is. Levendige straten, overal mensen, kraampjes, vuren, een pallet aan geuren van diesel, braad en dierlijkheid. Ik voel mij er fijn en thuis, maar realiseer mij ook de eenzijdigheid van dit sentiment. Er wordt toch vreemd naar mij gekeken en ik moet mij verzetten tegen de onderliggende gedachte die zegt dat ik hier beter niet alleen kan zijn.
In Alex ontstonden nog geen 6 weken terug de eerste rellen van xenophobia. Hier stonden verschillende bevolkingsgroepen en nationaliteiten elkaar naar het leven. De media dook er gretig bovenop en de rellen sloegen over naar andere townships en vervolgens naar andere steden in het land. Zo ontstond een beeld in het buitenland van een soort burgeroorlog in Zuid Afrika. Voor mijn vertrek leek Johannesburg een zeer onveilig gebied, maar vandaag de dag is relatieve rust wedergekeert.
Aan de Noordrand van Alex ligt een gigantisch nieuw deel, honderden nieuwe huisjes, ritmisch geordend tegen een heuvel aan. Kleurig en verstilt, een heel ander beeld dan de duizenden krottenwoningen die er eerst stonden. Op het eerste gezicht lijkt dit een totale verbetering. Maar toch is zij vooral cosmetisch, immers, al deze mensen, hebben zij ooit gekozen op deze manier te leven? Vooral in Zuid Afrika is deze vraag relevant, westerse welvaart en deze derde wereld liggen hier zo dicht bij elkaar. Daar waar de blanke bevolking iedere dag de keus heeft ver om de townships heen te rijden moet de bevolking van Alex iedere dag de township uit, door de rijkere delen van de stad op weg naar werk. De apartheid is dan afgeschaft, maar de verschillen zijn nog steeds onmenselijk groot.

dinsdag 22 juli 2008

Assistent


Om half elf gaat mijn telefoon, een ‘call me back’ bericht. In West Africa laat men de telefoon een keer overgaan in de hoop te worden teruggebeld, ook wel flashen genoemd. Hier heeft de telefooncompany een speciaal nummer voor collect call, een ware goudmijn.
Het is Keith, de trolleypusher en sinds kort mijn assistent. Keith is vandaag jarig en ik zoek hem op bij de hoek waar hij altijd staat met zijn maten. Zijn plek is vlakbij de Drillfactory, aan de toegangsweg naar Hillbrow. De business is slow en als ik aankom heeft Keith zijn eerste vrachtje. Ik loop met hem mee en ontferm mij over de voorkant van zijn winkelwagen. Behendig sturen we de winkelwagen door het verkeer.
Dit weekend assisteerde Keith mij bij aantal opnames. Ik nam hem mee naar het Carlton Center. Later stonden we bovenop een minedump, waar hij me verlegen vroeg om een autorijles. Het was er stil genoeg en we besloten een paar rondjes te rijden. Het kwam langzaam op gang maar na zo’n tien pogingen om op te trekken kreeg hij het door. De auto draaide rondjes en liet stofwolken achter. Het einde kwam toen de linkervoorband lek sloeg. Daar stonden we, nog niet eens gecheckt of het reservewiel en gear wel in de achterbak lagen. Alles was er behalve de handel om de krik te bedienen. Van gevonden ijzerdraad fabriceerden we een handel en het wiel werd verwisseld. Met zwarte handen van het oliesmeer gingen we op zoek naar water of een oude lap. Uit de bosjes klonk een indringende kreet die ons beiden deed stilstaan, de oren gespitst en gericht op de herkomst van het geluid. Daar bleek een groep mannen in het naderende donker bezig te zijn met een initiatie ritueel. Bezweten blote lichamen dansten en begilden een in de cirkel zittende jongen. We vroegen toestemming om te fotograferen, beleefd onze muts afnemend.
Tijdens onze opnamen werd de initiatie op de achtergrond hervat en nooit eerder was het contrast tussen het urbane beeld op het camera matglas en de omgeving zo groot.

Terug van het vrachtje voegen we ons weer bij de anderen. Business is still slow en de kelen blijken droog. Tijd voor een gebaar. Ik vraag Hansa mee te gaan naar het kantine luik bij de taxicentrale. Een fles cola lijkt een logische bestelling, maar Hansa heeft meer in gedachten. We bestellen slappe patat, wit brood en cola. Terug bij de hoek eet iedereen mee. Broodje patat met ketchup en cola. Zelfs de pompbedienden hebben het eten gespot. Dan wordt het tijd voor mij om verder te gaan. Hansa geeft me dankbaar mee dat het werk nu in ieder geval in volle motivatie door kan gaan, business or no business. Als ik later voorbij rijd staan alle trolleypushers me dankbaar uit te zwaaien.

maandag 21 juli 2008

Nirox Foundation


We verlaten Johannesburg via Randburg, de Noordkant. Een lange rechte weg die minstens een half uur doorgaat. Na het passeren van de Northcliff, vermoedelijk het hoogste punt van Joburg, herkenbaar aan de watertoren, kruisen we de highway. De weg wordt langzaamaan zanderiger en herkenbare beelden van Africa dienen zich aan. Zien we in de subburbs van de stad bijna geen mensen, hier op straat is het levendig.
Op 45 minuten buiten Joburg ligt in Muldesdrift de Artist Residency Nirox. Een ware estate met een enorm landgoed en sculpturepark. De natuur is hier volledig vormgegeven, het water wordt via basins in stroompjes geleidt en de vraag ontstaat waarom deze behoefte aan vormgeving in zo’n toch al rijke natuur. Dit is absoluut de meest exclusieve residency die ik ooit heb gezien. Twee gigantische studio’s zijn verspreidt over het landgoed. Het huis waar de twee kunstenaars wonen is als een kasteel. ‘s Avonds komen de neushoorns hier drinken en klinkt het gebrul uit het nabij gelegen leeuwenpark. Alles is hier perfect, misschien te perfect.
Vandaag is deze plek het toneel van een performance workshop, waar ik terloops ingerold ben. Iedereen krijgt gedurende een paar uur de tijd deze omgeving te gebruiken voor en performance werk. Het resultaat is over het algemeen genomen amusant, grappig en soms hilarisch. Een kunstenaar presteert het om een steenworp te doen met de i ching, wellicht de meest krachtige actie van deze dag. Ik amuseer mij vooral met Maxwell, het zoontje van Ismail en Rat. We hebben een oude golfcar ontdekt en ondernemen wilde tochten vanuit deze stilstaande auto. Op de achtergrond zijn sessie van de performance kunstenaars gaande als wilde rituelen in het oogverblindende landschap.
http://www.niroxarts.com/Foundation/General.aspx

zaterdag 19 juli 2008

Driving


Er is iets mis met mijn reisstijl. Tot een paar dagen geleden dacht ik toch echt een goede automobilist te zijn. Niet te argressief in het verkeer, bij tijden iets te tolerant naar anderen, een enkele keer daargelaten, een pittige rijder, wel wat ongeduldig.
Zelfs het rijden in de chaos van Johannesburg, waar de anarchie vooral wordt bepaald door de vele taxi-busjes maakte niet teveel indruk op me. Misschien iets te weinig.
Want de laatste dagen rijd ik uiterst belabberd.
Bleef mijn klungelige gedrag tot nu toe beperkt tot het af en toe links instappen in de auto, terwijl het stuur rechts zit, ontsnapte ik vanmorgen aan een aanrijding, ik zag een blauwe auto met een noodgang op mij afkomen terwijl ik naar rechts zat te kijken en toch echt meende te kunnen oversteken. Gierende banden en rook waren het gevolg van mijn onkunde.
Met trillende benen en de huid volgescholden vervolgde ik de weg de parkeergarage in, aan de rechter kant! Weer een boze tegenligger en een reeks afkeurende blikken in mijn richting.
Het lijkt erop dat wanneer de dingen mis dreigen te gaan, mijn orientatie vermogen, dat hier gespiegeld behoort te zijn, door de war raakt en ik alles vanzelf weer op zijn Europees wil doen.
Eerder deze week was het nog een keer (bijna) raak. Een auto voor mij ging met een slakkengang de Nelson Mandela brug op toen ik naar rechts wilde uitwijken, maar in een spit second, nog net op tijd de langs zoevende taxi waarnam. Ik werd bijna geschaafd en het moment was intens genoeg, voor iedereen in dit incident, om een paar seconden tot stilstand te komen.
Waarde lezer, uw advies zal zijn: doe toch voorzichtig, maar tegen de huidige mobiele verwarring is alleen stilstand het juiste antwoord.
Mijn grootste zorg is nu niet, hoe ik de auto van ‘rent a wreck’ zonder deuken hou, eerder, hoe voorkom ik het een angstige zondagsrijder te worden, ik had dit niet eerder gepland tot na mijn 75e jaar.

vrijdag 18 juli 2008

Opening at the Bag






Gisteravond vierde The Bag Factory feest. Er werd een boek gepresenteerd van de meest recente activiteiten. Een mooie productie van niveau. Ook presenteerde de kunstenaars Pedro Ghebrelinwot, Sabelo Mlangeni en Dinkies Sithole hun werk. Het was de eerste keer dat ik alle kunstenaars betrokken bij deze bijzondere plek bijeen zag. Het was ook een welkoms party voor de drie Artists in Residence. De Joburg artscene kwam in grote getalen af op de drank en het heerlijke eten.

donderdag 17 juli 2008

Jobureaucrasy


Er is een gebouw met hele dikke muren. Zij bewaken een grote kluis. De stenen lopen gefaseert weg en er valt om twee uur ‘s middags een schaduw op. Het beeld lijkt een digitale pixelversie van een onscherpe foto. Ik heb het idee er iets spannends mee te kunnen, maar misschien zit ik ernaast. Op de plek werd ik eerder tegengehouden door de security. Zijn naam is Mozes en zijn maat heet Eric. Ze hebben altijd slaap, hun shift is 12 uur lang. Aan hen ligt het niet, maar onder het toeziend oog van big brother is deze foto niet te maken. Daarom moest ik hogerop, hier ben ik nu al dagen mee bezig. Sinds gisteren ken ik de directeur van de National Reserve Bank, hij belde mij terug! Vandaag had ik een afspraak met hem, ik zou hem precies laten zien welk beeld ik nu wilde maken. Mister Johan kan zich bij kunst wel iets voorstellen en is bereidwillig. Bij de bank aangekomen ontstond een misverstand. Hij bleek in Pretoria te zitten en ik stond in Johannesburg. Maandag is het hoofd van security weer even aanwezig en mister Johan heeft beloofd het voor mij te regelen. Mits er geen ingang, raam of security camera op de foto wordt afgebeeld ziet hij geen probleem. Al enkele dagen zien Mozes en Erik mij bij de bank binnengaan. En dat voor een foto van een schaduw.

woensdag 16 juli 2008

Sidewalk Reservation Project


Ismail Farouk is een kunstenaar en urban geoligist. Met name in het gebied van de Drillhall houdt hij zich bezig met diverse interventie projecten rond wat hij noemt ‘Spatial Justice’.
Rondom de Drillhall wordt de straat vooral gebruikt door taxidrivers en Zimbabwanen. Die repareren de taxi’s vanaf de straat. Op zich zijn de Zimm’s beter opgeleidt dan het werk dat ze hier doen. Maar ze voorzien in een behoefte en niemand misgunt hen het werk. In andere staddelen is dat anders en de herinneringen aan de recente vreemdelingenhaat ligt nog vers in het geheugen. Niet op deze plek. Het werk dat zij doen met primitief gereedschap is feitelijk illegaal, zo nu en dan bezemt de politie de straat schoon.
Een van de projecten van Ismail Farouk voorziet in de behoefte van de Zimm’s.
De hekken rondom de Drillhall werden speciaal aangepast voor de omgeving. Ze worden gebruikt als bank, tafel en storage. Een kleine interventie die voorziet in een brede behoefte.

dinsdag 15 juli 2008

Hillbrow


De wijk Hillbrow is een van de meest grillige suburbs van Johannesburg. De wijk grenst aan het Noorden van Downtown en met haar highrise buildings ziet alles er op het eerste gezicht ontwikkeld uit. Al tijdens de apartheid ontstond hier het idee om rijkere europeanen te huisvesten en op deze manier nieuw geldstromen binnen te halen. Een van de eerste wijken waar de strijd tegen apartheid ontstond. Daarna een grijze zone waar zwarten en blanken naast elkaar konden leven.
Vandaag de dag is Hillbrow een gebied waar extreme wetteloosheid heerst. Het domein van de druglords en criminelen. Een wandeling zonder doorgewinterde gids wordt ten zeerste afgeraden. Complete gebouwen worden hier gehighjacked, en de zelf aangewezen huisbazen eigenen zich de nieuwe huren toe van de arme bevolking. Het stadsbestuur staat met de mond vol tanden. Al jaren is dit gaande. Van origine prachtige gebouwen huisvesten nu de armste bevolkingsgroepen van het stadscentrum. Er wordt vaak geen belasting betaald, dus wordt er in sommgie delen ook geen vuil opgehaald. Binnenplaatsen verworden tot vuilnishopen. Er was zelfs een gebouw, waar de omgeving probeerde een opstand te ontketenen. De poort werd met ijzeren hekken dichtgelast. Het antwoord van de bewoners was een ladder tegen de gevel. De baricade had weinig zin want de bewoners van het gebouw klommen via de ladder naar de tweede etage om zo hun weg te vervolgen naar hogere verdiepingen in het gebouw.
Het stadsbestuur probeert nu in het stadsdeel te investeren. Met worldcup 2010 op komst wordt de urbane omgeving geregenereert. Gebouwen worden weer terug gekocht en opgeknapt. Mits dat lukt want sommige gebouwen worden niet meer vrijgegeven door de huidige bewoners die inmiddels al jaren in wantoestanden wonen en ironisch genoeg inmiddels woonrechten hebben opgebouwd.

maandag 14 juli 2008

De tuinman


In de tuin staat een man voor het raam van de slaapkamer. Hij staat al lang stil, zonder te bewegen. Misschien wel tien minuten. Eerst dacht ik dat er iemand voorbij liep en toen ik later een blik uit het raam wierp stond hij er nog, zijn ogen gesloten.
De man warmt zich in het licht van de zon, hij staat precies in zo’n lichtvlekje.
Vandaag heeft hij een hulp, meegenomen, of zijn opa. Ze snoeien een struik. Een dagtaak, want ieder takje knippen ze in kleine stukjes, eerste alle blaadjes van het hout en dan het takje. Zo past alles nog efficienter in de vuilniszak. Af en toe wisselen ze een woord, maar het blijft over het geheel vrij stil. De werkster Gloria verstoort bij tijden de rust. Ze roept waarschijnlijk dat de mannen moeten door werken, ze geeft bevelen in Zulu. Zo klinkt het tenminste, maar de twee mannen knippen oververstoorbaar voort, ze hebben alle tijd.

zondag 13 juli 2008

Hansa


In het Noorden en Zuiden van downtown zijn taxi verzamelplaatsen. Het zijn de witte minibusjes, die routes rijden naar suburbia en townships. De busjes ken ik ook van andere Afrikaanse landen, in Lagos zijn ze geel, in Ghana worden ze trotro’s genoemd, maar hier gewoon taxi. Bij de verzamelplaats werkt Hansa. Met zijn winkelwagen van Woolworths brengt hij spullen van het Noorden naar het Zuiden, of andersom, de heuvel op of af.. Een noodzakelijke service voor mensen die bagage te vervoeren hebben. De meeste winkelwagenduwers vragen 20 rand voor een lading, maar ze krijgen zelden meer dan 5 rand van hun klanten.
Het werk dat ze doen is illegaal, hun winkelwagens zijn gestolen bij de warenhuizen. Voor 50 rand worden ze geleverd door de kleine criminelen die ze stelen. Sommigen verhuren ze ook voor 5 rand per dag.
Af en toe is er een politie-razzia. Die ontneemt de winkelwagens van de duwers en arresteert ze soms over het weekend of ze krijgen een boete van 300 rand.
Hansa zijn vriend Keith is zijn winkelwagen kwijt geraakt. Omdat ik iemand zoek om mij te helpen vraag ik of hij tijd heeft. Keith is een schrandere jongen en loopt ondanks de kou in een korte broek en een tshirt. Hij gaat me mij mee een gebouw op. In ruil geef ik hem geld voor een nieuwe winkelwagen. Ik denk erover een telefoon voor hem te kopen zodat hij kan worden bereikt. Nu loopt ieder contact via Hansa die altijd wel te vinden is bij de taxi’s.

zaterdag 12 juli 2008

MTN Award






Deze week was de uitreiking van een prestigieuze MTN art award aan de Zuid Afrikaanse kunstenares Dineo Bopape. De kunstenaar studeerde ooit in Amsterdam en maakt op dit moment furore in Zuid Afrika met haar installaties, performances en videowerken.
Er werd een royaal feest gegeven ter opening van dit event, gesponsort door MTN.
Ooit was ik getuige van de dag waarop deze telefoon company een provider overnam in Ghana en daarmee in een klap de grootste van het land werd. Er werd toen een gerafineerde campagne gevoerd, alle bushokjes werden in een nacht geel geschilderd door de lokale bevolking, als sponsoring en service aan de stad, maar vooral als statement. Er verschenen overal opeens gele paraplu’s op straat en MTN banners prijkten op alle strategische locaties. De dag van de overname was Ghana knal geel.

vrijdag 11 juli 2008

Piece


Vaak doe ik voorstudies naar foto’s die ik wil maken. Dankzij de digitale camera kan ik verschillende standpunten, perspectieven en hoeken onderzoeken voordat ik het beeld op grootformaat maak met de technische camera.
De man van de security kwam op de parkeerplaats naar mij toe, hij had me al een tijdje in de gaten. “What are you doing”, vroeg hij. “Ik probeer dat zo goed mogelijk te fotograferen en morgen kom ik misschien terug”, zei ik en wees naar het wandreliëf dat verdwaald leek te zijn op een gigantische muur.
“Do you know what that is”, vroeg ik hem, waarop hij antwoorde “it’s an office building”. “Nee, ik bedoel dát”, en ik wees weer. Hij snapte er niets van en ik moest inzoemen in mijn snap-camera om hem het doel van mijn foto duidelijk te maken. Dat het om een artpiece ging begreep hij vermoedelijk niet, laat staan het nut ervan.
Terug bij de auto betaalde ik bij de automaat voor de parkeertijd. Opeens stond een blanke man naast mij en keek mij indringend aan. Hij zei niets, vroeg om niets, maar door zijn slechte schoenen en penetrante geur realiseerde ik mij iets vertraagd dat het om een zwerver ging. Vreemd om te merken dat mijn blik in een paar dagen tijd dusdanig geconditioneerd bleek te zijn en ik toch eigenlijk een gekleurde man in deze hoedanigheid had verwacht. Toen ik wegreed riep hij me luid en duidelijk na: Fuck you! Kennelijk nam hij me kwalijk het wisselgeld liever aan de gitarist te geven, die zachtjes voor mij zong: ‘No woman no cry’.

donderdag 10 juli 2008

Santini


In downtown Joburg is parkeren een probleem net als in andere metropolen. Er zijn parkeergarages, maar die zijn meestal gelieerd aan een company of te ver van de locatie waar ik wil fotograferen. Er staan ook mannen op straat die spotten wanneer een plaats vrijkomt langs de weg en dan is er opeens een plekje die zij onder hun hoede nemen. Met a few bucks in het verooruitzicht wachten ze totdat een auto zoekend nadert, die wordt vervolgens in de ontstane ruimte gedirigeert. Sommigen van hen zijn in dienst van het buurt district, herkenbaar aan een geel hesje, maar vaak zijn het inventieve figuren die zich deze ‘job’ hebben toegeeigend.
Vaak zijn het ook de minder betrouwbare types van de straat die na afloop komen melden dat er op je auto is gepast. De routine is in ieder geval wat geld te geven, en nog iets extra als ze op de auto passen. Alleen is er vaak niemand meer te zien als ik weer bij de auto terugkom.
Gisteren ontmoette ik Santini, een man die op een stoel zit langs de straat. Hij observeeert wat om hem heen gebeurd. Vreemd genoeg zit hij de helft van de tijd met zijn rug naar de straat toe en toch lijkt hij goed door te hebben wat er passeert.
Santini viel mij voor het eerst op vanaf een dak van een gebouw dat ik had ontdekt. Hij stond verdacht lang bij mijn auto, daarna ging hij erbij zitten met zijn gezicht richting de muur. Eigenlijk liep ik met het snode plan hem te filmen, aanvankelijk leek hij immers zo’n carwatcher, maar sinds vandaag lijkt het anders.
“Hey Hans, how is it?”, begroette hij me op de karakteristieke manier, mijn naam was hij nog niet vergeten.
“You should hook me up with a director, you’re a movie guy, are you not”, vroeg hij, naar mijn statief kijkend. Het leek me beter om zijn hoop op een beter leven maar niet meteen van mijzelf af te laten hangen, en ik vertelde hem over de where-abouts en het kunstenaars-bestaan. Het kwam op Nederland toen hij vertelde dat zijn eigenlijke naam Aspras was, maar die vond hij te moeilijk voor zijn Zulu of Xhosa sprekende omgeving.
Van origine was Aspras een Afrikaanse naam en we lachten luid en sloegen elkaars handen om de gedachte dat zijn ontstaan geen ongelukje was, maar on purpose.

woensdag 9 juli 2008

Condooms


Bij stoplichten staan vaak verkopers van kranten. Ook zie je blinde mensen aan de hand van een kind. Bedelaars maken een soort zwaaigebaar, met een hele elegante losse polsbeweging. Je kunt terugzwaaien, maar een centje geven is meer de verwachting, de meeste automobilisten kijken helaas de andere kant op.
Het komt ook voor dat er iemand met een blauw pakje aankomt lopen. Tot nu toe dacht ik dat het om zakdoekjes ging, maar nu weet ik beter. De Zuid Afrikaanse regering deelt op deze manier gratis condooms uit in haar strijd tegen het enorme aids probleem. Daar waar soms in Nederland een junk of zwerver langs de auto loopt met de gratis krant Metro wordt hier in ruil voor een pakje condooms ook een kleine aalmoes verwacht.
Heel soms loopt een zwerver met een grote plasticzak langs de auto’s. Eerst was ik in de veronderstelling dat je hem alles kunt geven, als het maar bruikbaar is. Vanmorgen gaf ik hem mijn samosa-broodje die ik had meegenomen voor lunch. Misschien toch niet het juiste gebaar. Met de plastic zak haalt hij juist vuil op uit de auto’s, als wederdienst for a little loose change. De guerilla van ramenwassers heb ik hier nog niet waargenomen, terwijl Joburg toch redelijk stoffig is. Het schijnt in Pretoria meer voor te komen, maar de Jozi boys gaan liever voor de easy money of taking.

dinsdag 8 juli 2008

Waar is die wc


Dat ik ben beland op het Afrikaanse continent is mij duidelijk, maar het Afrika dat ik van eerdere reizen ken heb ik nog niet gezien. Behalve de verschillende huidskleuren van mensen voel ik me toch nog steeds in een Amerika dat niet helemaal klopt.
Waar ik ook ga, of het nu is een restaurant, een bar, een venue, steeds als ik naar de wc wil wordt mij een route uitgelegd ver buiten de premisses.
Zelfs in de yoga studio overkwam mij dit. Ben ik net omgekleed, blote voeten, waar kan ik ze wassen, nog even naar de wc en wederom word ik met een sleutel naar buiten gestuurd, de kou in, een trap op, drie etages hoger en uiteindelijk een vreemde rode gang in, die uitmond in een gesloten deur.
De yoga studio wordt geleidt door ene Cara, een zweverig uit haar ogen kijkende dame die mij heeft overtuigd van een kennismakings-deal: tien dagen aaneengesloten yoga voor de prijs van wat in Nederland een losse les zou zijn. Zo kan ik alle verschillende typen yoga onderzoeken en de leraren ‘uit proberen’. De zwangerschaps yoga sla ik maar over en aan de ‘partner thai yoga massage workshop’ hoef ik ook niet te beginnen, tenzij zich voor donderdag een geschikte kandidaat aandient.
Cara loopt met beenwarmers door de studio en friemelt constant met een kettinkje. Ze begint een vaag verhaal over dat ze jarig is en iedere ademhaling vandaag probeert te vieren. Over de relatie met haar ouders en het belang van vrede en onthechting. Ondertussen beult ze ons af in een enorm tempo van verschillende houdingen, steeds uitmondend in the dogpose.
Tot dan toe gaat het goed, maar opeens wordt ‘Every breath I take’ van Sting opgezet, muziek tijdens de yoga, wat krijgen we nu? Wat volgt is nog erger, de worst kind of r&b, die afwisselend harder en zachter wordt gezet, we moeten kennelijk worden gestuurd in onze beleving. Cara, weet van geen ophouden, trekt aan een voet hier, duwt tegen een rug daar, Ik versta haar al lang niet meer en moet steeds drie houdingen missen om bij anderen te kijken welke houding van mij verwacht word. De les eindigd in een meditatiehouding en een groeps chant......ahummmm.
Morgen is het weer Cara die de leiding heeft, ben benieuwd of ze weer jarig is, of misschien beter maar een dag wachten op Lars, die geeft panther yoga.

maandag 7 juli 2008

Streetsign


In de wijk Braamfontein liep ik op straat toen er een auto achter mij parkeerde met geblindeerde ruiten. De straat was verder tamelijk leeg en ik maakte een snapshot van een streetsign. Op de terugweg een paar minuten later passeerde de auto. De bestuurder was uitgestapt en stond te pissen tegen een container. De rechter portier ging open en een andere man met een gevuld bierglas (?!) in zijn hand stapte uit. Hij riep iets in de trant van ‘virsichtig, hij is foto’s maken’. Opmerkelijk is dat ik toch zeker 100 meter verder was toen ik de straathoek ‘snapte’ en toch was het opgemerkt. Het doet mij beseffen echt op mijn hoede te moeten zijn in zo’n soort omgeving.

Bungalow


Voor het eerst in mijn leven woon ik in een bungalow, gelegen in de wijk Parkview. Vandaag ontdekte ik een zendertje in de keuken. Er blijkt ook een garage te zijn, dus nu kom ik aanrijden en blieb dan de deur open. Het fijne is dat mijn aparatuur nu niet iedere dag de auto uit hoeft. De eerste foto heb ik vandaag gemaakt. De lucht is hier super blauw en de kleuren enorm helder. Ik denk erover om maar eens wat meer dag foto’s te gaan maken, want de kleurenpracht nodigen daartoe uit. Uit veiligheids aspect is dit ook niet zo’n slechte keuze. Morgen ga ik proberen een assistent te vinden. In sommige gebieden sta ik liever niet alleen.

zondag 6 juli 2008

Vehicle


Johannesburg is werkelijk heel erg wijd verspreidt. Een goed idee van de grootte van de stad is pas te krijgen door de highway rond te rijden. Talloze wijken omringen het Downtown Johannesburg, de rijkere buurten in het Noorden en de armere buurten in het Zuiden. Sinds vanmorgen is mijn rode Mazda uitgerust met een navigatie systeem, de goedkoopste in zijn soort, die dankzij de lage koers van de Rand wel heel goedkoop uitviel. De aanschaf heb ik gedaan om eens flink te kunnen verdwalen en toch altijd weer de weg naar huis te kunnen hervinden. Dan druk ik op de knop ‘home’. Een engelse dame begeleid mij dan huiswaarts, of desgewenst richting het atelier. Voor het binnentreden van de auto heb ik precies 20 seconden, anders gaat het alarm af. Wil ik tussendoor iets uit de kofferbak nemen, bijvoorbeeld mijn camera, dan maak ik een dansje van de achterkant naar de voorkant, sleutel in het contact, weer 20 seconden respijt, sleutel in de kofferbak, en het gaat soms goed. Meestal gaat het alarm alsnog af, terwijl ik gewoon in de auto zit of ernaast sta. Ik denk erover om maar eens te gaan onderhandelen bij ‘rent a wreck’. Voor zo’n scherp afgesteld alarmsysteem zou je toch eigenlijk een betere auto mogen verwachten. Een iets minder nerveus alarm zou ook een oplossing zijn.

zaterdag 5 juli 2008

Joburg Art Bin


De eerste avond in The Bag Factory was ik getuige van een staged event. De kunstenaarsgroep ‘Empty Office’ lanceerde hun idee om kunstwerken te her gebruiken als materiaal voor nieuwe kunstwerken. Het idee hierachter was kunst te democratiseren en toegankelijker te maken voor de less privileged. Een panel bestaande uit Michael Smith (managing editor of Artthrob), Antoinette Murdoch (director of Joburg Art Bank), Joseph Gaylard (Joubert Park Project) en Gordon Froud (Gordart gallery) bogen zich over dit tamelijk drastische voorstel. Er werd gesproken over de waarde van een kunstwerk en de relatie van het kunstwerk met tijd en publiek. Wat ontbrak aan de discussie was de vraag naar de relevantie van een kunstwerk, de mate waarop de intentie en inhoud van een kunstwerk na verloop van jaren onder druk kan komen te staan. Vertaald naar de Nederlandse situatie brengt dit het overschot aan kunstwerken uit het BKR tijdperk terug in herinnering en hoe de Nederlandse overheid destijds probeerde van dit overschot af te komen door kunstwerken terug te geven aan de makers of zelfs door vernietiging. Is er destijds iemand op het idee gekomen om kunstwerken te heroverwegen of zelfs meerdere kunstwerken ongevraagd te onderwerpen aan een soort gesamt kunstwerk? De kunstenaarsgroep Empty Office sprak in ieder geval over hun voorstel vanuit een soort serieus idealisme. Er bleken al snel morele bezwaren te ontstaan vanuit het publiek. Hoe wordt bepaald wat ‘Bad Art’ is, hebben we het over het publieke domein (in Joburg is op straat redelijk veel opdrachtkunst te zien, vaak minder geslaagd) of hebben we het over de private collectors (bad taste, miskopen, slecht uit gevoerde kunstwerken, de tand des tijds etc.). Over de urgentie van een kunstwerk en de vragen die een kunstwerk kan opwerpen werd nauwelijks gesproken. De gehele discussie werd op de muur vastgelegd door twee participanten en de zo ontstane gedachtenstroom was misschien wel het mooiste onderdeel van de hele avond.

vrijdag 4 juli 2008

De eerste dag


Een van de andere kunstenaars die ook in dit programm meedoen is Ndikhumbule, een schilder, hier staat hij naast James French, de man die deze residency bestiert, in het kantoor van The Bag Factory. Met Ndikhumbule deel ik op dit moment het huis, een half uur gelegen vanaf het atelier, in een veilige woonwijk. Ieder huis in deze wijk is gelegen achter een muur en een sign van de company, die zegt te waken over de property. Het woord Chubb (armed response) zie je overal en het grappige is dat mijn vader vroeger werkte bij een bedrijf genaamd Chubb Lips. Toch nog een gevoel van thuis komen. Op sommige hoeken staan houten booths waar bewakers de dag doorbrengen. In de tuin staat een prachtige citroen boom vol citroenen en verder is er volop bloemenpracht. Er is zelfs een tuinman en zijn hulp, De woonkamer en aangrenzende kamer zijn riant en verder is er nog een grote keuken. Voorlopig heb ik genoeg aan mijn slaapkamer die als hotelkamer prima zou volstaan. Het huis word schoongehouden door Gloria, maar de afwas doet zij niet. Een overhemd strijken is negotionable. Als ik op het bed ga liggen word ik zo’n beetje gesandwiched in het matras, zo zacht is deze. Vandaag gaat James een nieuwe bedden kopen, dat plan had hij al voor mijn aantreden gemaakt. De eerste nacht bracht ik door op de grond, want zoveel zachtheid doorstaat dit vederlichte lichaam niet. De auto is gearriveerd, het is een Ford, maar op de papieren staat Mazda. Maakt niet uit, zei de man. Als ik er al naar kijk gaat het alarm af. De stoel met stuur zit aan de rechterkant en de kleur is rood. De rental company heeft de naam 'Rent a Wreck'. De eerste rit zal zijn terug naar het woonhuis om de enorme berg net aangeschaft beddengoed weg te brengen. De keuze uit linnen bestaat uit Rood, Lavender, Zwart met zebra randje.

Vogelvlucht


Vanuit een diepe slaap deed ik het schuifraampje van het vliegtuig open. Het Zuidelijke Africa openbaarde zich meteen, want het vliegtuig had de landing ingezet. Daar lag Johannesburg vredig te zijn, alles zo ordelijk en gestructureerd. Op de grond leek ik echter nog te dromen. Door de komende voetbalcup in 2010 heeft Zuid Africa haar luchthaven terminal eens flink onderhanden genomen. Met glimmende hardstenen vloeren en spiegelende wanden en ik waande mij op een luchthaven in westerse stad als New York. Pas op de weg in de rode VW golf van James, de man die mij kwam halen, kreeg ik de Africaanse kant een beetje te zien. Maar het is toch heel anders met zoveel witte mensen om je heen. Voorlopig komt alles ordelijk en netjes over. James verteld mij zelfs dat er vrijwel geen onoverdekte markten zijn in Johannesburg en aan dit idee moet ik even wennen.
Het eerste dat ik deed bij instappen aan de linkerkant van de auto, was grijpen naar het stuur dat natuurlijk ontbrak. De ritten die daarop volgden liep ik steeds naar de rechterkant van de auto en botste tegen James op.
Morgen ga ik mijn eigen auto huren, want die is hier echt noodzakelijk.
Gotta have some wheels.

dinsdag 1 juli 2008

De viooltjes weten dat ik ga


Het vertrek vereist het omzetten van de mentale knop. Afscheid nemen van dierbaren valt zwaar, maar eenmaal achter de rug opent zich een wereld van mogelijkheden.
Op de achtergrond vertrekt een cruiseschip uit de haven van Rotterdam. Vuurwerk wordt ontstoken en klinkt al een kwartier lang, terwijl de hemel roze kleurt.
De dag voor mijn vertrek is fijn, eindelijk eens tijd om het atelier opruimen en terug te blikken op de afgelopen periode.

De komende tijd zal ik mijn werkterrein verleggen naar Johannesburg, waar ik kan werken in een artist residency 'The Bag Factory'.
Het geeft ruimte en vertrouwen te weten voor langere tijd concentratie te hebben en te verblijven in een artist community. Al raden veel mensen de stad wegens onveiligheid af zie ik vooral mogelijkheden voor mijn werk. Nu maar hopen dat de situatie in Zimbabwe niet opnieuw zorgt voor een golf van 'xenophobic violence'.